Paragrafen

Financiering

Onze inzet

Bij de begroting 2024 worden  rentepercentages ingezet van 3% tot 4% voor kasgeldleningen en 3 tot 5% voor langlopende leningen.

Renteberekening

Het schema hieronder toont:

  • de rentelasten van de externe financiering;
  • het renteresultaat;
  • de wijze van rentetoerekening;
  • de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en de jaarstukken.

Het toerekenen van de werkelijke rentekosten aan de taakvelden doen we via het renteomslagpercentage. De gemeente Zutphen hanteert voor 2024 een omslagrente van 0,79%. De basis hiervoor is de boekwaarde van de activa die bij de taakvelden hoort.
Bij toepassing van 0,79% renteomslag bedraagt het renteresultaat €0.

Rente toerekening

(bedragen *€1.000)

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

2.107

b. De externe rentebaten

-106

Totaal door te rekenen externe rente

2.001

c. De rente doorberekend aan de grondexploitatie

-24

De rente van projectfinancierng aan het betreffende taakveld

-2

De rentebaat van doorverstrekste leningen aan het betreffende taakveld

2

-24

Saldo door te rekenen externe rente

1.977

d1. Rente over eigen vermogen

d2. Rente over voorzieningen

De aan taakvelden toe te rekenen rente

1.977

e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-1.977

f. Rente resultaat op het taakveld rente treasury

0

Renterisico

Het renterisico op de vaste schuld is in de wet FIDO omschreven als: ‘de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten van een openbaar lichaam verandert door veranderingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rente typische looptijd van een jaar of langer’.
Het renterisico op de vaste schuld moet voldoen aan de renterisiconorm. Deze norm is in een wettelijke uitvoeringsregeling uitgewerkt als een bedrag ter hoogte van 20% van de begroting. Het doel is zo spreiding te krijgen in de rente typische looptijden in de leningenportefeuille, waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt op de rentelasten.

Prognose renterisico (bedragen x € 1000)

Uit deze tabel blijkt dat het renterisico op de vaste schuld binnen de wettelijk gestelde normen blijft.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

(bedragen *€1.000)

1a. Rente herziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

1b. Rente herziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

2. Netto rente herziening op vaste schuld (1a-1b)

0

0

0

0

3. Betaald aflossingen

8.017

7.362

6.902

6.444

4. Renterisico op vaste schuld (2+3)

8.017

7.362

6.902

6.444

Renterisiconorm

5. Rentenorm (20% van omvang begroting per 1-1)

42.152

41.699

39.558

39.717

7. Aflossingen en renteherzieningen (netto)

8.017

7.362

6.902

6.444

6a. Ruimte onder de risiconorm (5-7)

34.135

34.337

32.656

33.273

Leningenportefeuille
In onderstaand overzicht geven wij de mutaties in de leningenportefeuille weer. 

Leningen

Bedrag

Gem. rente

invloed op gem. rente

(bedragen *€1.000)

Beginstand 1-1-2024

91.094

2,27%

Nieuwe leningen

Reguliere aflossingen

-8.017

2,70%

-0,04%

Vervroegde aflossingen

Eindstand per 31-12-2024

83.077

2,23%

-0,04%

Portefeuille vaste uitzettingen per 1 januari 2024
In onderstaande tabel staan de verstrekte langlopende leningen per 1 januari 2024.

Naam geldnemer (bedragen x € 1.000)

Nominaal

Restant uitzetting

Weging in portefeuille

(bedragen *€1.000)

Vaste uitzettingen publieke taak

- Woningcorporaties

3.585

194

2,35%

- Overige instellingen

8.586

7.800

94,61%

Totaal uitzettingen publieke taak

12.171

7.994

96,96%

Totaal vaste uitzettingen geen publieke taak

891

250

3,04%

Totaal vaste uitzettingen

13.062

8.244

100,00%

Rentekosten en -opbrengsten verbonden aan financieringsfunctie per 1 januari 2024.

Dekking

Rente %

Bedrag

Rente kosten

(bedragen *€1.000)

Kort geld

3,50%

0

0

Onderhandse leningen

2,27%

91.094

2.068

Totaal

91.094

2.068

Kasgeldlimiet

Voor het bepalen van de liquiditeitspositie (de mate waarin we op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kunnen voldoen) is de kasgeldlimiet belangrijk. De kasgeldlimiet geeft aan hoe hoog de kortlopende schuld maximaal mag zijn. Als kort geldt een termijn van maximaal 1 jaar. Over kort geld krijgen we in de huidige geldmarktsituatie een lagere rentevergoeding dan over lang geld.
De kasgeldlimiet is bedoeld om ons ervoor te behoeden dat de rentelasten opeens fors stijgen, omdat de rente voor kort geld sterk kan fluctueren.

De kasgeldlimiet is het begrotingstotaal bij het begin van het jaar x 8,5%. Dit percentage is via een ministeriële regeling vastgesteld. Voor 2024 bedraagt deze limiet € 208 miljoen gebaseerd op een begrotingsomvang van € 17,7 miljoen. Binnen de limiet mag in de financieringsbehoefte worden voorzien met kortlopende financieringsmiddelen. Ieder kwartaal wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet.

Liquiditeitspositie

De uitgaven en inkomsten van de gemeente lopen niet synchroon in de tijd. We moeten soms geld lenen om tijdig te kunnen betalen, soms hebben we (tijdelijk) geld over. Ook moeten we investeringen financieren: in korte tijd worden uitgaven gedaan die pas over een veel langere periode worden afgeschreven.
Om de treasuryfunctie goed te kunnen uitvoeren is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van wezenlijk belang. Hiervoor is een liquiditeitsprognose opgesteld. Volgens de liquiditeitsplanning 2024 overschrijden we de kasgeldlimiet niet.

Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën)

In het wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën gaat het om strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort beperkt wordt tot 3%. Gemeenten dragen bij aan het begrotingstekort van de collectieve sector.
Door een verschil in boekhoudstelsels tussen Rijk en gemeenten worden investeringen nu als tekortvergroting voor het EMU-saldo aangemerkt. Het wetsvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk maar ook de gemeenten zich moeten houden aan de strengere begrotingsregels en sanctiemogelijkheden. Het aandeel van gemeenten gezamenlijk in de 3% is 0,38%-norm.
Lagere overheden moeten hun tekort onder de af te spreken percentages houden. Als dat niet gebeurt, kunnen gemeenten en provincies een boete krijgen.

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2023

2024

2025

2026

2027

1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-12.928

993

7.186

745

2.113

2. Mutatie (im)materiele activa

33.265

-6.321

-3.078

-1.744

8.112

3. Mutatie voorzieningen

-2.109

-496

-709

1.106

1.082

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie

1.387

-1.665

99

1.428

3.688

5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en (im) materiele activa

0

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

-49.689

8.483

9.456

2.167

-8.605

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 15:54:29 met de export van 11/07/2023 12:53:20